@@ar @@33 Ergotech: Een methode voor de aanpassing van de arbeidspost Ann Van De Velde 1. Inleiding Het Europees Sociaal Fonds (ESF) steunt projecten voor mensen die moeilijkheden ondervinden bij hun intrede op de arbeidsmarkt. Het Horizon initiatief, dat hieronder ressorteert, richt zich specifiek op de arbeidsproblemen van personen met een handicap. Binnen dit kader werd in 1995 door VLICHT naar een Europees samenwerkingsverband gezocht met als doel de aanpassing aan de werkplek nader te bekijken. Hierbij heeft VLICHT zich toegelegd op het ontwerpen van een methode om de meest adequate oplossing voor een gehandicapte werknemer te selecteren. Deze methode kreeg de naam Ergotech. 2. Doel Ergotech is een denkwijze waarbij de betrokken persoon met een handicap en zijn omgeving, meer specifiek de arbeidsomgeving, in detail worden geanalyseerd. Dit met het oog op het ontwerp van een structurele aanpassing aan de werkplek en/of de selectie van ‚‚n of meerdere ondersteunende technische hulpmiddelen. Er wordt nagegaan op welke wijze de beperkingen van de betrokkene zo goed mogelijk kunnen worden opgevangen zodanig dat hij zijn arbeidstaken effici‰nt kan uitvoeren. Deze denkwijze is in principe ook van toepassing op andere aspecten van het dagelijks leven en bewijst eveneens zijn bruikbaarheid wanneer men op zoek is naar maatregelen die kunnen bijdragen tot het wooncomfort, de verplaatsingsmogelijkheden, de vrijetijdsbesteding of de opleiding. 3. Uitgangspunt Als uitgangspunt is vooropgesteld om een bruikbaar werkinstrument te ontwikkelen voor alle professionele diensten die bij de problematiek van aanpassingen aan de werkpost kunnen worden betrokken. Om de effici‰ntie van de methode bij concrete probleemsituaties te kunnen opvolgen, werd daarom gedurende twee jaar een groot aantal werkplekken bezocht. In overleg met het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap werden specifieke probleemsituaties geselecteerd, die aan de hand van de Ergotech methode werden opgelost. 4. Werkwijze Het toepassen van de Ergotech methode veronderstelt steeds twee afzonderlijke onderdelen: een praktijkgedeelte waarbij een bezoek wordt gebracht aan de werkplek, gevolgd door een analyse van de situatie aan de hand van een uitvoerig werkdocument. Beide onderdelen zijn noodzakelijk voor een goede advisering. Het eerste moet leiden tot een juiste en volledige beeldvorming van de probleemsituatie. Met het tweede kunnen alle observatiegegevens geordend en met elkaar in verband gebracht worden. 4.1. Het bezoek aan de werkplek Bij het bezoek aan de werkplek worden de volgende drie aspecten uitvoerig bekeken: -Vooreerst de betrokkene zelf, waarbij nagegaan wordt wat zijn handicap is en hoe die handicap zich uit in zijn handelen en functioneren. -Ook de werksituatie en de werkomstandigheden zijn van belang, met name de aard van het bedrijf, de werkruimte, de werkplek, de collega's,... -Tot slot wordt bijzondere aandacht besteed aan de verschillende arbeidsfuncties en -taken. Hierbij wordt ernaar gestreefd om de betrokkene ook gedurende enige tijd effectief aan het werk te zien. Deze informatie heeft tot doel zich een goede voorstelling te maken van WIE, WAAR en WAT. 4.2. Het zoeken naar een oplossing Het uitgangspunt voor de selectie van een adequate oplossing is het functionele aspect van zowel de betrokkene als van zijn professionele opdrachten. Dit betekent dat wordt nagegaan wat de betrokkene precies moet doen in zijn arbeidssituatie en daar tegenover wordt afgewogen of hij hiervoor over de vereiste functionele mogelijkheden beschikt. In een eerste stap wordt daarom de relatie gelegd tussen enerzijds de diagnose en de handicap en anderzijds de functionele beperkingen die hiervan het gevolg zijn. De bedoeling van deze stap is te weten bij welke activiteiten en handelingen de betrokkene problemen ondervindt. Voor blinden en slechtzienden werd binnen deze context het begrip functionele visus in detail uitgewerkt. Hierbij is uitvoerig beschreven welke visuele factoren precies bepalend zijn voor de capaciteiten van een blinde of een slechtziende. Het belang van de afwijkingen wordt pas duidelijk indien deze functionele visus in verband wordt gebracht met wat de betrokkene moet doen en welke vereisten hierdoor worden gesteld. Daarom wordt in een tweede stap een grondige arbeidsanalyse uitgevoerd waarin de verschillende arbeidsopdrachten worden uitgesplitst in taken en subtaken of met andere woorden worden opgedeeld in detailhandelingen die later van belang blijken bij de keuze van een technisch hulpmiddel of het ontwerp van een aanpassing. Als leidraad voor de onderzoeker werden al deze activiteiten ondergebracht in lijsten die na het bezoek aan verschillende bezochte werkplekken werden samengesteld. Zo wordt gebruik gemaakt van een specifieke takenlijst voor blinden en een specifieke takenlijst voor slechtzienden. Uitgaande van deze analyse kan een eerste aanwijzing worden gegeven over de verschillende groepen van hulpmiddelen die de betrokkene in zijn arbeidssituatie zouden kunnen ondersteunen. Elke groep van hulpmiddelen heeft echter eigen kenmerken en werd met een specifiek doel ontworpen. Daarom is het in een volgende stap de bedoeling om voor de betrokkene deze hulpmiddelen te selecteren die optimaal beantwoorden aan zijn individuele situatie. Verschillende factoren spelen hierbij een rol. Deze factoren worden in drie categorie‰n ondergebracht: ten eerste specifieke karakteristieken van de betrokkene, welke persoonsgebonden voorwaarden worden genoemd, ten tweede specifieke kenmerken van de uit te voeren taken, welke taakgebonden voorwaarden worden genoemd en tot slot specifieke omstandigheden waarin de taken worden uitgevoerd welke voorwaarden met betrekking tot de omstandigheid worden genoemd. Deze voorwaarden worden voor de verschillende soorten hulpmiddelen samengebracht onder de vorm van uitgebreide ori‰ntatielijsten die erop gericht zijn een precieze selectie te maken van een type hulpmiddel, waaraan in een laatste fase ook ‚‚n of meerdere merknamen kunnen worden gekoppeld. Hierbij wordt veelal gebruik gemaakt van de hulpmiddelendatabank van VLICHT, de VLIBANK het mogelijk maakt, uitgaande van diverse kenmerken, produkten en hun leveranciers te selecteren. 5. Besluit Dankzij dit initiatief beschikt VLICHT over een krachtig werkinstrument. De adviesverlening met betrekking tot het gebruik van technische hulpmiddelen in de arbeidssituatie maar ook in andere omstandigheden kan hierdoor op een meer effici‰nte en kwalitatieve wijze worden uitgevoerd. Dit instrument zal voor een breder (professioneel) publiek beschikbaar worden gesteld onder de vorm van twee publikaties. Een eerste boek met als titel "Ergotech: een methode voor de aanpassing van de arbeidspost", waarin de nadruk vooral ligt op het gebruik van de methode en dit in functie van de selectie van ‚‚n of meerdere hulpmiddelen. Deze uitgave zal tegen einde juni van dit jaar bij VLICHT kunnen worden bekomen. Dit eerste boek wordt aangevuld met een reeds bestaande publikatie "Visie op hulpmiddelen: een leidraad voor niet- en slechtzienden en hun hulpverleners" van Jeroen Baldewijns, die een gedetailleerd overzicht geeft van het hulpmiddelenaanbod voor blinden en slechtzienden. Voor meer informatie kan u terecht bij: VLICHT - Cel Motoriek Ann Van De Velde Tervuursevest 101 3001 Leuven Tel.: +32 16 32 91 00 Fax: +32 16 32 91 98 VLICHT - Cel Infovisie Jeroen Baldewijns Kapucijnenvoer 33 3000 Leuven Tel.: +32 16 33 23 92 Fax: +32 16 33 23 97