@@AR @@22 Nog een kopje koffie? Java toegelicht Jeroen Baldewijns Wie zich enigszins voor internet interesseert, heeft de naam "Java" al wel eens gehoord. De meesten onder ons denken hierbij spontaan aan een lekker bakje koffie. We moeten je teleurstellen. Java heeft niets met dit bruine vocht te maken, behalve dat de naam bedacht zou zijn in een Californische koffieshop. Wat is Java? Java is een programmeertaal die in 1991 door informaticagigant Sun Microsystems werd ontwikkeld, maar pas in 1995 echt doorbrak nadat zowat alle belangrijke softwareproducenten een licentie kochten om Java- toepassingen voor het op dat moment populair wordende internet te ontwikkelen. Intussen is Java d‚ standaard geworden voor internet-toepassingsprogrammaatjes. Deze programmeertaal heeft als voordeel dat er platform- onafhankelijke toepassingsprogramma's mee gemaakt kunnen worden. Dit zijn programma's die op zowat ieder computertype kunnen werken en dus ideaal zijn voor het internet. Door zo'n programma op een internet-server (computer die via internet toegankelijk is) te plaatsen, is het voor iedere internet-gebruiker beschikbaar, op voorwaarde dat Java ondersteund wordt door je bladerprogramma. Het idee van de "Netwerk Computer" Een paar jaar geleden trachtte Sun Java te promoten als d‚ programmeertaal bij uitstek voor het ontwikkelen van een nieuwe generatie toepassingsprogramma's, die de huidige tekstverwerkers, rekenbladen, tekenprogramma's,... moesten vervangen. Deze programma's zouden gratis via het internet beschikbaar worden gesteld en gebruikt worden op een Netwerk Computer (NC) en dus niet op de huidige Personal Computer (PC). Een NC is een sterk afgeslankte variant van de PC, zonder eigen opslagapparaten (harde schijf, diskettelezer, CD-ROM- speler) maar wel met interne modem en netwerkfaciliteiten. Het prijskaartje van een NC zou ongeveer de helft van dat van een klassieke PC moeten bedragen. Een dergelijke computer slaat dus zelf geen programma's op, maar plukt Java-toepassingsprogramma's van het internet en biedt die vervolgens aan aan zijn gebruiker. Het doel van deze strategie was ondubbelzinnig: een halt toeroepen aan de spiraal van steeds stijgende hardwarevereisten en aan de noodzaak tot het kopen van erg logge en dure toepassingsprogramma's (gevolgd door een hele resem updates). Het gros van de informatica-industrie deelde deze mening echter niet en de NC is dus nooit echt doorgebroken. Applets Dit betekende echter niet het einde voor Java. Het idee van toepassingsprogramma's die op diverse computertypes bruikbaar zijn, bleef met name voor de ontwikkelaars van websites zeer interessant. Door het maken van kleine Java- programmaatjes (de zogenaamde Applets) voegen zij zowel functionaliteit als extra opsmuk toe aan webpagina's. Indien de bladeraar Java ondersteunt, worden deze Applets samen met de webpagina ingeladen en uitgevoerd. Java en toegankelijkheid Zoals zo vaak in het verleden, hield Java echter geen rekening met toegankelijkheid voor gehandicapten. Maar daar komt stilaan verandering in. Gesteund door gehandicapte computergebruikers ontwikkelde Sun versie 2 van Java, dat extra voorzieningen (vergelijkbaar met MSAA van Microsoft) heeft om toegankelijkheid te waarborgen. Programmeurs kunnen dankzij deze voorzieningen extra tekstuele informatie in hun programma's inbakken over visuele elementen die zienden op hun scherm te zien krijgen. Deze informatie kan in alternatieve vormen (spraak, braille,...) weergegeven voor gehandicapte PC-gebruikers. Ook IBM, dat zich reeds lang bekommert om de bruikbaarheid van computers voor gehandicapten, droeg zijn steentje bij tot de toegankelijkheid van Java door een Java Screen Reader te ontwikkelen. Deze Screen Reader gebruikt een spraaksynthesizer om tekst, pictogrammen en bedieningselementen die een Java-programma genereert, te laten uitspreken. De derde hoofdrolspeler in dit verhaal is Microsoft, die zijn ervaring met MSAA (dat Windows en de Office- toepassingen toegankelijker moet maken), nu ook toepast op het domein van Java. Active Accessibility for Java is een product dat in grote lijnen vergelijkbaar is met de toegankelijkheidstechnologie van Sun. Toepassingen Op de CSUN-conferentie in maart 99 werd een tweetal concrete toepassingen getoond van Java-toegankelijkheid: -Peter Korn, die nu voor Sun werkt maar voorheen actief was als drijvende kracht achter Berkeley Systems (de firma die al GUI-toegangsprogramma's voor de Mac maakte, toen er van Windows nog lang geen sprake was), toonde een versie van het ICEmail programma, dat met behulp van Java 2 zodanig werd aangepast dat het perfect met een spraaksynthesizer samenwerkte. Deze aanpassing had nauwelijks twee uur programmeertijd gekost. Dit terwijl de makers van het origineel helemaal geen rekening hadden gehouden met toegankelijkheid van hun toepassing. -Het National Center on Accessible Multimedia (NCAM) toonde enkele educatieve CD-ROM's. De programma's op de CD's werden toegankelijk gemaakt door ze met behulp van Java 2 te herschrijven. Voor meer info over Java verwijzen we u naar de website van Sun Microsystems: http://www.sun.com/