@@AR @@31 Verslag infonamiddag: Communicatiehulpmiddelen voor doofblinden Gerrit Van den Breede 1. Inleiding Op 16 november 1998 organiseerden de cellen Infovisie en Gehoor van Vlicht een informatienamiddag over communicatiehulpmiddelen voor doofblinden. Doofblindheid is een ongenuanceerde term voor de combinatie van visuele en auditieve beperkingen. Deze combinatie kan vari‰ren van zeer slechthorend en slechtziend tot volledig doof en blind. Na overleg met enkele specialisten uit het veld bleek dat het erg zinvol zou zijn om, naast een voorstelling van zuiver technische hulpmiddelen, ook aandacht te besteden aan de meest gebruikte niet technologische communicatiemethodes voor doofblinden in Vlaanderen. Hiervoor konden we een beroep doen op de deskundigheid van Paul Bulckaert, orthopedagoog bij het Koninklijk Instituut Spermalie. Hulpmiddelenproducent Chris Lagarde uit Nederland presenteerde twee elektronische communicatietoestellen voor doofblinden. Als doofblinde gebruiker, toonde Peter Vanhoutte twee technische communicatiehulpmiddelen die hij regelmatig gebruikt. 2. Communicatietechnieken 2.1. Communicatie met sensorieel gehandicapten Communicatie tussen een ziende en iemand met een sensori‰le handicap omvat veel meer dan het strikt doorgeven van boodschappen. We zetten de belangrijkste andere aspecten op een rijtje. *Eerst en vooral dienen beide communicatiepartners te weten dat er communicatie is; pas dan kan de aandacht gericht worden naar diegene die iets mee te delen heeft. Door zienden worden hiervoor het zicht (om lichaamstaal of de situatie op zich waar te nemen) en het gehoor benut. Voor een niet-ziende vormt dit een knelpunt. Hij probeert dit gebrek aan informatie te compenseren door zich te baseren op geluiden: hij hoort iemand binnenkomen en vraagt wie het is. Een dove persoon gaat zich logischerwijs toespitsen op het visuele aspect. Voor een doofblinde is het probleem nog groter. Hij is bijvoorbeeld aangewezen op het herkennen van het parfum van de gesprekspartner. *Weten wat er gezegd wordt vormt voor visueel gehandicapten uiteraard geen probleem. Auditief gehandicapten trachten zoveel mogelijk informatie te halen uit visuele aspecten van de communicatie. Ze doen dit bijvoorbeeld door te liplezen of de gebaren van de communicatiepartner te interpreteren. Voor blinden die slechthorend zijn vormt het volgen van een gesprek een zwaar probleem omdat blinden verplicht zijn zich toe te spitsen op het auditieve. Volledig doofblinden zijn aangewezen op een tactiele vorm van communicatie. *Tijdens een gesprek is er een interactie tussen de communicatiepartners: De ‚‚n kan de ander onderbreken om wat meer uitleg te vragen over een bepaald gespreksonderwerp. Bij communicatie met een doofblinde verloopt de interactie veel moeilijker. Ze zal beperkt worden tot het essenti‰le omdat ze de communicatie aanzienlijk vertraagt. Bij communicatie met een doofblinde gesprekspartner zal het gebrek aan visuele en auditieve informatie zo goed mogelijk moeten opgevangen worden door andere zintuigen. Communiceren met doofblinden dikwijls een kwestie van doeltreffend aangesproken te worden, ervoor te zorgen dat de signalen met voldoende kwaliteit aankomen, deze signalen te begrijpen en zelfverzekerd te zijn tijdens het gesprek. Geen enkel communicatiesysteem is perfect voor een doofblinde persoon. Het communicatietempo zal steeds lager liggen dan bij een gesprek tussen twee zienden. Het vraagt dan ook een grote inspanning van beide gesprekspartners om een gesprek tot een goed einde te brengen. Bovendien is een gesprek tussen meer dan twee personen meestal erg moeilijk en is er meer nood is aan mentale aanvulling (voorspellen wat er gezegd gaat worden, zelf invullen wat onvoldoende verstaan wordt), wat aanleiding kan geven tot misverstanden. 2.2. Keuze van een bepaalde communicatietechniek Communicatietechnieken kunnen enerzijds ingedeeld worden per zintuig: visueel, auditief of tactiel. Anderzijds kunnen we ze indelen volgens de gebruikte symbolen: woorden, gebaren of andere, minder conventionele symbolen (bijvoorbeeld tactiele pictogrammen). Deze laatste worden slechts door sommige doofblinden gebruikt. Bij een aantal doofblinden zijn er functionele gehoorresten. In functie van spraakperceptie en/of het waarnemen van omgevingsgeluiden is hoorapparatuur vaak een zeer nuttig hulpmiddel. Wanneer er enige gehoorrest is, dan is het altijd nodig de mogelijkheden van hoorapparatuur, eventueel aangevuld met FM-apparatuur, grondig te onderzoeken en uit te testen. Ook de restvisus moet optimaal aangesproken worden. Zicht, gehoor en tactiel functioneren zijn doorslaggevend bij de keuze van de communicatietechniek. Verder moet rekening gehouden worden met een aantal andere factoren zoals: -De te verwachten evolutie van het gehoor en het zicht. -De leer- en ontwikkelingsmogelijkheden van de persoon op het gebied van tastzin, taal,... -De voorgeschiedenis van de persoon: de communicatietechniek moet aansluiten bij het reeds bestaande taalbezit van de persoon: begrijpen van de taal, kunnen samenvoegen van letters tot woorden, capaciteit tot mentale aanvulling,... -De mogelijkheden van de omgeving: kiezen voor een communicatietechniek die de omgeving (partner, begeleider,...) van de doofblinde kan beheersen. -De mogelijkheden en grenzen van de communicatietechniek. -Het feit dat ‚‚nzelfde doofblinde meestal verschillende technieken gebruikt die afhankelijk zijn van de gesprekssituatie. Dit zijn acht communicatietechnieken die courant gebruikt worden: -Liplezen is het afzien van woorden aan de stand van de lippen. In de praktijk wordt het zuiver visuele liplezen dikwijls ondersteund door gehoorresten en spreekt men van spraakafzien. Naast het feit dat er voldoende licht moet zijn, dient de ziende gesprekspartner duidelijk te articuleren en te spreken in de richting van de doofblinde. Liplezen en spraakafzien vergen een grote inspanning van de doofblinde, die een zeker taalbezit moet hebben, maar is tegelijk toch een gemakkelijk toepasbare techniek voor beiden. -Communicatie in grootschrift bestaat uit het met de hand of machinaal aanmaken van grote tekst. Hiervoor kan bijvoorbeeld een computer of gewoon een pen en papier gebruikt worden. Beide gesprekspartners moeten kunnen lezen en schrijven en over voldoende gezichtsvermogen beschikken. Het vereiste hulpmiddel (pen en papier of PC) is niet overal en in alle situaties bruikbaar. In de praktijk is het de doofblinde die praat en de andere gesprekspartner die schrijft. -Het schrijven van drukletters in de hand (ook wel lopend schrift genoemd), bestaat erin dat hoofddrukletters gevormd worden in de handpalm van de doofblinde. De doofblinde moet beschikken over voldoende tastzin en een zeker synthesevermogen. Deze techniek verloopt erg traag maar is tegelijk toch gemakkelijk toepasbaar voor beiden. -Bij vingerspelling in de lucht of in de hand (ook handalfabet genoemd), worden de letters in de lucht of in de handpalm van de doofblinde gevormd. Elke letter komt overeen met een welbepaalde vinger- en handstand. Afhankelijk van de methode (lucht of hand) dient de doofblinde te beschikken over voldoende gezichtsvermogen of tastzin. Vingerspelling vergt een grote inspanning van de doofblinde, die een zeker taalbezit moet hebben. Het tempo ligt laag bij deze techniek maar is vaak bekend bij doof geboren mensen. -Het Lorm-schrift bestaat uit het vormen van strepen en punten (die overeenkomen met letters) in de linker handpalm van de doofblinde volgens een vastgelegde code. Beide gesprekspartners dienen te beschikken over een goed taalbezit. De doofblinde moet over synthesevermogen beschikken en in staat zijn de boodschappen mentaal aan te vullen. Het aflezen is erg inspannend voor de doofblinde maar een hoog gesprekstempo is haalbaar. -Bij gebarentaal wordt met de handen in de lucht symbolen gemaakt die overeenstemmen met woorden. Beide gesprekspartners dienen voldoende symbolen te kennen en de doofblinde dient over voldoende gezichtsvermogen te beschikken. Deze techniek is enkel bruikbaar bij vroeg dove doofblinden en werkt vlot in de omgang met doven. -Bij de vier handgebaren-techniek legt de doofblinde zijn handen op die van zijn gesprekspartner met de handpalmen naar mekaar toe. Vervolgens worden dezelfde symbolen gebruikt als bij de gebarentaal, maar dan lichtjes aangepast aan deze specifieke communicatiewijze. Deze omslachtige techniek is nog volop in ontwikkeling en is enkel bruikbaar bij personen die snel gebaren aanleren. Het grote voordeel is dat interactie mogelijk wordt (gesprekspartners kunnen mekaar gemakkelijker onderbreken) en dat emoties (woede, vreugde, ongeduld,...) kunnen doorgegeven worden omdat men permanent in contact is met elkaar. -Gebaren op het lichaam zijn vooraf onderling afgesproken gebaren die op het lichaam van de doofblinde gemaakt worden. Slechts een beperkt aantal gebaren is mogelijk en deze techniek is alleen geschikt voor personen die met elkaar vertrouwd zijn. Het is een handige techniek voor korte, snelle boodschappen. 3. Communicatiehulpmiddelen 3.1. Tellatouch De Tellatouch is een toestel dat eruit ziet als een kleine typemachine met een qwerty-toetsenbord en ‚‚n braillecel. Dit toestel is reeds vele jaren op de markt als eenvoudig en draagbaar communicatietoestel. De ziende typt zijn boodschap op het toetsenbord en de doofblinde leest de tekst af op de braillecel. De Tellatouch is bruikbaar door doofblinden die braille kennen en kunnen praten. Het toestel is leverbaar door Howe Press (Verenigde Staten) en kost ongeveer 25.000 BEF/1.345 NLG/620 euro (zonder verzending, invoerbelasting en BTW). 3.2. Screen Braille Communicator Dit toestel kunnen we beschouwen als een elektronische versie van de Tellatouch. Er is een Screen Braille Communicator met ‚‚n braillecel en een uitvoering met acht cellen. Het toestel beschikt over een qwerty- of azerty-toetsenbord, een brailletoetsenbord en een LCD-schermpje. Wanneer de doofblinde tekst intikt op het brailletoetsenbord kan de ziende deze tekst lezen op het LCD-scherm. Als de ziende tekst intikt op het toetsenbord kan de doofblinde deze tekst lezen op zijn braillecel(len). Een uitvoerige beschrijving is terug te vinden in een technische fiche in Infovisie Magazine van september 1998. De producent en leverancier is Chris Lagarde en de prijs voor de uitvoering met acht braillecellen bedraagt 69.800 BEF/3.675 NLG/1.696 euro (inclusief BTW). Dit hulpmiddel is in Nederland ook verkrijgbaar bij Worldwide Vision. 3.3. Block Letter Communicator Dit toestel is van dezelfde producent en leverancier als de Screen Braille Communicator maar heeft geen brailletoetsenbord en in plaats van ‚‚n of meerdere braillecellen is een tactiel veld van 4 bij 4 pennetjes aanwezig. Op dit tactiel veld wordt de vorm van de letter of het cijfer nagebootst. De ziende tikt zijn boodschap op het toetsenbord tot het LCD-schermpje gevuld is. Ondertussen kan de doofblinde op eigen tempo de letters ‚‚n voor ‚‚n (hij beschikt daarvoor over een toets die het volgende teken oproept) voelen op het tactiel veld. De Block Letter Communicator is voor doofblinden die geen braille kennen en kunnen praten. Het toestel kost 54.000 BEF/2.850 NLG/1.314 euro (inclusief BTW). Dit hulpmiddel is in Nederland ook verkrijgbaar bij Worldwide Vision. 3.4. Aangepaste draagbare PC Een draagbare computer wordt uitgerust met een 40-cellige brailleleesregel die onder het toestel bevestigd wordt. Tegenwoordig worden alle computers standaard aangeboden met Windows 95 of 98 maar als communicatiehulpmiddel volstaat het ruimschoots om onder DOS te werken. Zodra bijvoorbeeld de tekstverwerker WordPerfect onder DOS opgestart is, kan de draagbare PC als communicatietoestel functioneren. De ziende tikt zijn boodschap op het toetsenbord en de doofblinde kan die op de brailleleesregel aflezen. Een bijkomend voordeel is dat de boodschappen kunnen bewaard worden op diskette of harde schijf. Dit hulpmiddel is bruikbaar door doofblinden die braille kennen en kunnen praten. Dergelijke configuratie (draagbare computer met 40-cellige brailleleesregel) kost ten minste 300.000 BEF/16.130 NLG/7.500 euro. Het is uiteraard niet te verantwoorden om dit soort apparatuur enkel aan te schaffen als communicatiehulpmiddel. Het eerste doel van dergelijke aankoop is te beschikken over mobiele tekstverwerkingsmogelijkheden, notitiefaciliteiten en gegevensbeheer (adressen, afspraken,...).