@@AR @@27 Kijken en zien De PC als venster op de wereld voor slechtziende kinderen Ida Ekkens In dit artikel geeft Ida Ekkens, medewerkster van het Koninklijk Instituut tot Onderwijs van Slechtzienden en Blinden en bedenkster van het programma "Kijkdoos", haar visie op de rol van de computer bij het oefenen van het visueel functioneren bij slechtziende kinderen. 1. Problemen bij het kijken en zien Het lijkt zo vanzelfsprekend: naar iets kijken en zien wat het is. Maar in feite is dit een zeer ingewikkeld proces waarbij niet alleen het gezichtsvermogen (de visus) maar ook de hersenen betrokken zijn. Bij veel slechtziende kinderen komt visuele informatie onvolledig of verbrokkeld binnen, bijvoorbeeld doordat het kind de beschikking heeft over een (zeer) klein gezichtsveld of enkel op een (zeer) korte kijkafstand scherp kan waarnemen. Afbeeldingen zijn dan moeilijker te interpreteren, of een verkeerssituatie kan niet zo makkelijk worden overzien. Het ontbreekt slechtziende kinderen vaak aan kijkervaring, want een olifant of een huis zie je nu eenmaal niet zo goed op een kijkafstand van 25 centimeter. Bovendien is bij veel slechtziende kinderen het kleurenzien gestoord of soms zelfs helemaal afwezig. Als normaal ziende is het moeilijk om je voor te stellen hoe een wereld zonder kleur eruit ziet. Zeker is dat dit grote consequenties heeft voor de waarneming van contouren. Daar komt bij dat steun van kleur ontbreekt bij de herkenning van objecten. Iedereen weet immers dat een varken roze is. Daardoor is het makkelijker een varken van een schaap te onderscheiden. Soms kunnen kleuren het begrijpend zien echter ook moeilijker maken. Hoe vaak staan bijvoorbeeld in kinderboeken of op inpakpapier dingen met een andere kleur afgebeeld dan in werkelijkheid (bijvoorbeeld een groen varkentje) ? Kleurgebruik be‹nvloedt hoe dan ook de waarneming van vormen in positieve of in negatieve zin. Ook de kleur van de achtergrond speelt daarbij een rol. Het slechtziende kind heeft meer moeite met een onrustige dan met een rustige achtergrond. Door afwijkingen aan de lens van het oog kunnen lijnen vertekend waargenomen worden. Leren schrijven is dan (veel) moeilijker, want ook letters worden soms anders gezien dan normaal, en tussen de lijnen schrijven is lang niet altijd haalbaar. Hetzelfde geldt voor de waarneming van tussenruimtes. Deze zijn belangrijk om de plaats van vormen ten opzichte van elkaar te bepalen. Een specifiek probleem, met name bij kinderen waarbij er sprake is van een hersenbeschadiging, is de waarneming van ruimtelijke variabelen. Wat wordt daarmee bedoeld ? Bijvoorbeeld dat de houding van een poppetje is veranderd. Of het besef dat een driehoek met een punt naar beneden en een driehoek met een kant naar beneden toch dezelfde driehoek kan zijn. Of dat een boom voor, naast of achter een huis kan staan en wel of niet helemaal zichtbaar is. Om betekenis te kunnen geven aan de omringende wereld moet het slechtziende kind veel kijkervaring opdoen. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan, omdat de kijkafstand waarmee het kind scherp kan waarnemen meestal veel korter is dan normaal. Ver(der) weg is de omgeving nog al eens wazig. Dit heeft tot gevolg dat er in de "visuele databank" van het geheugen veel minder visuele gegevens worden opgeslagen dan bij normaal zienden. Deze gegevens zijn nodig om de visuele wereld steeds beter te kunnen overzien (in de letterlijke zin van het woord). Denk alleen al aan reclame, tijdschriften of het Internet. 2. Het visueel functioneren oefenen via computerprogramma's Wat heeft dit alles te maken met het gebruik van computers bij slechtzienden ? Computerprogramma's lenen zich bij uitstek om het visueel functioneren (dat wat kinderen met hun beperkte gezichtsvermogen kunnen doen) te oefenen. Dit komt omdat met de computer op eenvoudige wijze veranderingen kunnen worden aangebracht die inspelen op het specifieke probleem van elk kind. Kleuren kunnen worden gewijzigd; vormen vergroot of verkleind; er kan veel of weinig visuele informatie op het scherm staan; achtergronden kunnen worden gekozen; lichtsterkte kan worden aangepast; plaats en ordening van vormen kunnen veranderd worden; details kunnen duidelijk of minder duidelijk zichtbaar worden gemaakt. Om dit te kunnen doen, werd speciaal voor slechtzienden het computerprogramma "Kijkdoos" (zie ook IM 8,4 van december '94) ontwikkeld. Daarnaast valt er ook goed te werken met het programma "Bio Bytes", afkomstig uit de kinderrevalidatie. Wel is het belangrijk niet met zomaar een programma te werken, maar gericht keuzes te maken. Voor kinderen met een zeer klein gezichtsvermogen is het assortiment software dat ontwikkeld is door de universiteit van Birmingham (Engeland) erg geschikt. Ook zijn er programma's die gemaakt zijn voor normaal ziende kinderen, maar die ingezet kunnen worden voor slechtzienden. Bijvoorbeeld "Comma" voor het visueel-ruimtelijk waarnemen of "Clowns" voor laag functionerende kinderen met een aandachtsprobleem. Slechtziende kinderen zijn, net als andere kinderen, zeer gemotiveerd om met een computer te werken. Dat alleen al stimuleert het gebruik van het gezichtsvermogen En winnen met een spelletje of maken van een reisroute versterkt het zelfvertrouwen. Ook kan, met behulp van de computer en grafische programma's, gespecialiseerd lesmateriaal worden gemaakt om bijvoorbeeld leerprocessen te vereenvoudigen of testmateriaal te ontwikkelen. Slotsom: de computer brengt de wereld dichterbij, binnen de kijkafstand van het slechtziende kind. "Kijken" wordt dan veel vaker "zien". De redactie van IM wil Ida Ekkens danken voor de weergave van haar in de praktijk opgedane kennis in deze interessante bijdrage.